Het verhaal van Sluiskil-Oost, verteld door honderden foto’s
Van links naar rechts: Ko van Schaik, Freddy Albicher, Stanny Gijsel en Boudewijn de Waal, bij de nieuwe tentoonstelling over Sluiskil-Oost.
In Museum Sluiskil wordt zaterdag om 14.00 uur de tentoonstelling over Sluiskil-Oost officieel geopend door wethouder Frank van Hulle. De tentoonstelling geeft een fraai beeld van het wonen aan de oostkant van het kanaal en van het ontstaan van de wijk tot de sloop. De laatste huizen werd in 1990 met de grond gelijk gemaakt. “Het schept een band als je er vandaan komt”, weet Stanny Gijsel.
Het bestuurslid van Museum Sluiskil is een wandelende encyclopedie. Moeiteloos lepelt hij jaartallen – en ook bijzonder – de exacte datums op. Hij leidt ons rond door het museum, dat voorheen de Oranje Nassauschool was, aan de Vogelschorstraat. In de gang hangen portretten van prominente Sluiskillenaren uit de afgelopen decennia. Net als een deeltentoonstelling over Lodewijk van den Berg, de astronaut waar het Lodewijk College naar is vernoemd, die in oktober 2022 op 90-jarige leeftijd overleed.
In de ruimte aan het eind van de gang is eerder al door Gerben Dijkstra een brandweermuseum gemaakt. Een paar deuren terug, in een ander voormalig klaslokaal, was tot voor kort een tentoonstelling over 40 jaar Gildefeesten. Nu zijn er zo’n 300 foto’s over Sluiskil-Oost verzameld. Ze hebben allemaal een plekje gekregen in de wijk waar de foto’s destijds zijn genomen. Zoals onder meer de Oostkade, de Vogelbuurt, de Blikstraat en Koegorsstraat, huizen achter de Cokesfabriek, huizen onder de kranen van l’Azote (het huidige Yara Sluiskil) en de Cité, ook wel bekend onder de naam Villapark.
Het is meer dan de moeite waard om er een kijkje te nemen en langs de wanden met de vele beelden te wandelen. Naast de Cokesfabriek werd in 1929 door het Frans-Italiaanse l’Azote een kunstmestfabriek gerealiseerd. Later werd die voortgezet als de Nederlandse Stikstof Maatschappij (NSM). Voor de medewerkers werden huizen gebouwd. Stanny kan er honderduit over vertellen. Hij weet ook dat een rij huizen in de Tweede Wereldoorlog werd afgebrand, om meer weerstand te kunnen bieden aan de Duitse soldaten. “Dat kun je je nu toch niet meer voorstellen.”
Naast penningmeester Stanny bestaat het bestuur van Museum Sluiskil uit voorzitter Robby de Smet, secretaris Loek van Hecke, tweede secretaris Ko van Schaik en bestuurslid Boudewijn de Waal. Net als Van Schaik en De Waal, loopt ook vrijwilliger Freddy Albicher het rondje op deze ochtend mee. “Loek, Ko, Freddy en ik zijn allemaal opgegroeid in Sluiskil-Oost”, vertelt Stanny. Door de jaren heen is er in Sluiskil veel veranderd. “De grootste verandering was de verbreding van het kanaal in de jaren zestig. Toen is veel horeca verdwenen en zijn ook veel woningen ‘in het water gevallen’.”
Freddy Albicher hoopt dat er veel mensen op de tentoonstelling af komen. “Een vriendin van mijn vrouw is als tiener met haar ouders naar Breskens verhuisd en woont nu al veertig jaar in Middelburg. We hebben nog steeds contact met haar en toen ik vertelde dat deze tentoonstelling eraan kwam, zei ze: ‘Daar wil ik samen met mijn zusjes naartoe’.” Stanny Gijsel: “Zo werkt het. Het speelt op je gevoel. Het schept ook een band als je er vandaan komt.”
De tentoonstelling over Sluiskil-Oost zal naar verwachting minimaal een half jaar te bezoeken zijn.